Snel kiezen
Zoek op herkomstgebied
Zoek op prijs
Zoek op land
Zoek op druivenras
Zoek op producent

Begrippenlijst

Navigeer eenvoudig door de pagina met het onderstaande menu:


A

Afdronk

De smaak en het aroma die in de mond achterblijven nadat de wijn is doorgeslikt of uitgespuugd.


Agriculture raisonnée

Milieuvriendelijke wijnbouwmethode waarbij chemische bestrijdingsmiddelen alleen gebruikt worden als het echt niet anders kan. Ook lutte raisonnée genoemd.


Alcohol

Een heldere, kleurloze en smaakloze vloeistof, die ontstaat door vergisting van suikers. De officiële naam is ethanol.


Alcoholgehalte

Aanduiding van de hoeveelheid alcohol die wijn bevat, uitgedrukt als volumepercentage. Een alcoholpercentage van 12% wil zeggen dat van de 100 ml wijn 12 ml uit alcohol bestaat.


Alte Reben

Duitse term voor oude wijnstokken. Er is niet wettelijk vastgelegd wanneer een wijnstok oud is, maar meestal bedoelt men planten die vijftig jaar of ouder zijn.


AOC

Afkorting van Appellation d’Origine Contrôlée. Vaak ook kortweg Appellation Contrôlée genoemd en sinds 2008 volgens Europese wetgeving Appellation d’Origine Protégée (AOP; in het Nederlands: Beschermde Oorsprongsbenaming of BOB). Is onderdeel van het Franse systeem voor de kwaliteitsindeling van wijnen, waarbij de herkomst van de wijn een belangrijke rol speelt.


Appellation

Letterlijk: benaming. Onderdeel van een wijnkwalificatiesysteem dat vooral in Europese wijnlanden gehanteerd wordt, gebaseerd op het feit dat de wijn uit een specifiek gebied afkomstig is en aan bepaalde kwaliteitseisen voldoet. Zie ook AOC.


Appelzuur

Appelzuur komt van nature voor in druiven en wijn. Het is naast wijnsteenzuur het belangrijkste organische zuur in druiven en wijn.


Aroma

Een geur van een wijn. Geuren in wijn kunnen op verschillende manieren ontstaan.


Aroma van de druif

Druivenrassen hebben hun eigen, kenmerkende geuren, die gevormd worden door aromastoffen. Het gaat meestal om bloemige, fruitige en plantaardige aroma’s. Bekend voorbeeld is de geur van zwarte bessen van de druif cabernet sauvignon.


Aroma van de gisting

Het vergistingsproces voegt aroma’s toe aan de wijn. Tijdens de gisting worden nieuwe aromastoffen gevormd of worden aromastoffen die al in de druif aanwezig waren geactiveerd. Ananas en appel zijn voorbeelden van geuren die als gevolg van het vergistingsproces ontstaan. Botergeur komt van de malolactische omzetting.


Aroma van de rijping

Terwijl de wijn in een houten vat rijpt, krijgt hij weer nieuwe aroma’s. Zo geeft eikenhout vaak een vanillegeur aan wijn. Het langzame oxidatieproces tijdens houtrijping kan de wijn een aroma van zwarte thee of noten meegeven.


Aroma van herkomst

De plek waar de druiven groeien kan ook bijdragen aan de vorming van bepaalde aroma’s. Beroemd is de geur van garrigue (wilde kruiden) in wijnen uit de Languedoc, of de geur van abrikoos in Duitse Rieslings van zandgrond.


Assemblage

Franse term voor blend: een wijn die een mengsel is van twee of meer druivenrassen.


Auslese

Categorie in het Duitse wijnclassificatiesysteem waarmee de zoetheid van een wijn aangegeven wordt. De druiven voor een Auslese worden pas geoogst als ze een bepaalde (vereiste) hoeveelheid suiker ontwikkeld hebben.


AVA

Afkorting van American Viticultural Area. Soort Amerikaanse appellation – een afgebakend wijnbouwgebied – gebaseerd op geografie, klimaat en geschiedenis.


Azijnzuur

Een zuur dat voor een belangrijk deel de geur en smaak van azijn bepaalt. In wijn kan dit zuur onder andere tijdens de vergisting gevormd worden door bepaalde bacteriën en gisten en de wijn een zure, scherpe smaak geven. Ook kan azijnzuur leiden tot het ontstaan van vluchtig zuur.


B

Bag-in-box

Een moderne verpakking van wijn: een plastic zak die in een kartonnen doos hangt, voorzien van een kraantje.


Barrique

Eikenhouten vat met een inhoud van 225 liter, typisch voor de wijnregio Bordeaux.


Bâtonnage

Het doorroeren van de lie: het bezinksel van dode gistcellen en andere vaste deeltjes onder in een vat wijn.


Beerenauslese

Een zoete wijn uit Duitsland of Oostenrijk. De wijn mag deze titel alleen dragen als hij aan wettelijke voorschriften voldoet: de druivenmost moet een bepaalde zoetheidsgraad hebben, die per regio en druivenras varieert.


Bereich

Officiële Duitse term voor Duitse wijngebieden, vastgelegd in de Duitse wijnwet van 1971.


Beton

Een aantal producenten – onder wie toppers als Pétrus in Pomerol – keert voor zijn kuipen of tanks terug naar een materiaal dat voor de opkomst van roestvrij staal veel gebruikt werd: beton. Beton is goedkoop, duurzaam en minder bevattelijk voor temperatuurschommelingen.


Bezinksel

Kleine vaste deeltjes in een wijn, die naar beneden zakken en soms onder in een fles te zien zijn. Meestal is de wijn dan niet of licht gefilterd. Onschadelijk, maar niet lekker om in je mond te krijgen. Voorzichtig inschenken of decanteren helpt.


Biologisch-dynamische wijnbouw

Druiventeelt die gebaseerd is op het gedachtengoed van Rudolf Steiner. Biodynamie gaat uit van een samenhang tussen mens, plant, dier, bodem en kosmos.


Biologische wijn

In de EU: wijn gemaakt van biologisch geteelde druiven, al dan niet met toegevoegd sulfiet. Het sulfietgehalte ligt doorgaans 25-35% lager dan bij gangbare wijnen. In de VS en Canada staat ‘biologische wijn’ voor wijn gemaakt van biologisch geteelde druiven en zonder toegevoegd sulfiet.


Biologische wijnbouw

Druiventeelt waarbij geen synthetisch geproduceerde meststoffen en bestrijdingsmiddelen gebruikt mogen worden en ook geen genetisch gemodificeerd plantmateriaal. Ziektes worden zoveel mogelijk voorkomen door goed wijngaardbeheer, het gebruik van organische meststoffen en groenbemesting.


Bladerdekbeheer

Het onderhoud van de loofwand van een druivenstok.


Blanc de blancs

Een (meestal) mousserende wijn die helemaal gemaakt is van witte druiven, terwijl er normaal gesproken witte en blauwe druiven voor gebruikt worden.


Blanc de noirs

Mousserende of stille witte wijn die gemaakt is van blauwe druiven – het sap daarvan is kleurloos, dus het resultaat is toch een witte wijn.


Blend

Mengsel (Frans: assemblage) van wijnen van verschillende druivenrassen. Het idee erachter is dat de uiteindelijke wijn daardoor interessanter en beter wordt: de verschillende druivenrassen dragen elk iets essentieels bij aan de wijn.


Body

Het gewicht van een wijn in de mond; het mondgevoel. Een wijn die vol en ‘dik’ aanvoelt in je mond, heeft veel body. Een wijn die licht aanvoelt, heeft weinig body.


Bordeauxdruiven

In de grote wijnregio Bordeaux worden maar heel weinig wijnen van één druivenras gemaakt; vrijwel altijd gaat het om een blend van meerdere druivenrassen. De bekendste blauwe Bordeauxdruiven zijn merlot, cabernet sauvignon, cabernet franc en petit verdot. De bekendste witte Bordeauxdruiven zijn sauvignon blanc en sémillon. Wijnen die elders gemaakt worden met een combinatie van deze rassen, worden vaak aangeduid als Bordeauxblend.


Botrytis cinerea

Een schimmel, ook edele rot genoemd, die zich bij bepaalde weersomstandigheden (de juiste combinatie van vocht en warmte) op rijpe druiven ontwikkelt.


Brettanomyces

Niet-gecultiveerde gistsoort die met name rode wijn kan besmetten en dan bepaalde aroma’s en smaken oplevert, zoals dierlijk, medicinaal, paardenzweet, zadels, rokerig en kruidnagel.


Brut

Smaakcategorie voor droge mousserende wijnen met minder dan 12 gram restsuiker per liter.


C

Cap classique

In Zuid-Afrika gebruikte aanduiding voor een bepaalde methode om mousserende wijn te maken: de klassieke methode of méthode traditionnelle, zoals ook in de Champagne gebruikt wordt. De methode houdt kort gezegd in dat de belletjes in de wijn komen door middel van een tweede vergisting in de fles.


Capsule

Gekleurd omhulsel om de nek van een wijnfles, bedoeld om de afsluiting (kurk of schroefdop) te beschermen en op z’n plek te houden. Soms alleen ter decoratie. Werd vroeger van lood gemaakt, tegenwoordig van aluminium en/of kunststof.


Cava

Spaanse mousserende wijn uit de DO Cava (die verschillende wijngebieden in voornamelijk Catalonië omspant), gemaakt volgens de méthode traditionnelle. De methode houdt kort gezegd in dat de belletjes in de wijn komen door middel van een tweede vergisting in de fles.


Cépage

Frans voor druivenras. Zie ook monocépage.


Champagne (streek)

De Champagne is een wijngebied in Noordoost-Frankrijk, waar van oudsher champagne gemaakt wordt. Alleen mousserende wijn die hiervandaan komt, mag champagne heten.


Champagne (wijn)

Champagne is een mousserende wijn die alleen in de Champagne gemaakt mag worden.


Chaptaliseren

Toevoegen van suiker aan de most (druivenpulp) voor of tijdens de vergisting, om een hoger alcoholgehalte te bereiken. Soms wordt ook druivenconcentraat gebruikt. Chaptalisatie is in veel wijngebieden toegestaan, maar niet onbeperkt.


Charmatmethode

Methode om mousserende wijn in bulk te maken, waarbij de tweede vergisting van de basiswijn plaatsvindt in een druktank (daarom ook vaak tankmethode genoemd).


Classic

In Duitsland gebruikte term die een bepaalde wijnkwaliteit aanduidt. Het gaat om kwaliteitswijnen van klassieke druivenrassen die harmonieus en droog smaken en met veel gerechten te combineren zijn.


Climat

Franse term (met name in de Bourgogne gebruikt) voor een wijngaard die getypeerd wordt door specifieke geografische en klimaatkenmerken.


Clos

Franse term (met name in de Bourgogne gebruikt) voor een omheinde wijngaard.


Colheita

Portugees voor ‘oogst’ of ‘oogstjaar’. Verwijst daarnaast naar madera of port uit één oogstjaar, waarbij de madera minimaal vijf en de port minimaal zeven jaar gerijpt moet zijn.


Complexiteit

Een wijn heeft complexiteit wanneer hij veel verschillende aroma’s en smaken heeft die samen een gelaagd, maar harmonieus geheel vormen.


Concentratie

Proefterm die aangeeft dat de wijn in kwestie een intense smaak heeft, die echter niet overheerst of eendimensionaal is.


Cool climate

Letterlijk: koel klimaat. Verwijst naar wijngebieden met een klimaat dat (echt of relatief) koel is voor wijnbouw. De term wordt vaak gebruikt om de tegenstelling aan te geven met een klimaat dat te warm is voor de teelt van specifieke druivenrassen.


Cordon

Manier om wijnstokken te geleiden. Vanuit de stam laat de wijnboer één of twee permanente zijtakken groeien (in het Frans en Engels cordon genoemd), die opzij worden gebogen en aan een horizontale draad vastgebonden. Uit de ogen die aan deze zijtakken ontspruiten, groeien nieuwe twijgen.


Côte

Frans woord voor ‘helling’ of heuvel – waarop vaak wijngaarden te vinden zijn.


Crémant

Franse benaming voor mousserende kwaliteitswijnen die buiten de Champagne gemaakt worden, met name in de Loire, Bourgogne, Elzas en Limoux. Ook in Luxemburg wordt deze term gebruikt voor goede mousserende wijnen.


Cru

Franse term (het voltooid deelwoord van croître, ‘groeien’) die je kunt vertalen met ‘oogst’ of ‘gewas’. In de praktijk verwijst cru meestal naar een specifieke wijngaard die een oogst van uitzonderlijke kwaliteit oplevert. Zie ook grand cru, premier cru, cru bourgeois en cru classé.


Cru bourgeois

Aanduiding voor een wijngoed in de Franse Médoc van een zekere kwaliteit, die echter lager wordt gewaardeerd dan een cru classé.


Cru classé

Een wijngaard, wijngoed of château in Bordeaux dat opgenomen is in een van de classificaties van deze wijnstreek (zoals de beroemde classificatie van 1855, die geldt voor de Médoc en Sauternes, of de classificatie van 1955 voor de Graves).


Cuvée

Brede term met veel betekenissen. Verwijst in het algemeen naar ‘een partij wijn’ en wordt op etiketten vaak gebruikt in de betekenis van ‘een specifieke, prestigieuze blend’. Bij het maken van champagne betekent cuvée: de eerste (en beste) wijn die uit de pers stroomt.


D

DAC

Afkorting van Districtus Austria Controllatus, de Oostenrijkse appellation contrôlée (afgebakend herkomstgebied).


Decanteren

Wijn voorzichtig uit een fles in een karaf schenken, op zo’n manier dat het bezinksel (de droesem) in de flessenhals achterblijft.


Dégorgement

Het verwijderen van het bezinksel uit de flessenhals van een fles champagne of andere op traditionele wijze gemaakte mousserende wijn. Dat gebeurt na de tweede vergisting en rijping op fles.


Demi-sec

Franse term voor halfdroge wijn die tot 12 à 18 gram restsuiker per liter bevat (de precieze hoeveelheid suiker hangt af van het zuurgehalte van de wijn).


DO

Afkorting voor Denominación de Origen, de Spaanse appellation contrôlée (afgebakend herkomstgebied). Ook wel Denominación de Origin Protegida genoemd.


DOC

Afkorting voor Denominazione di Origine Controllata, de Italiaanse appellation contrôlée (afgebakend herkomstgebied). Ook wel Denominazione di Origine Protetta genoemd.


DOCa

Afkorting voor Denominación de Origen Calificada. Spaanse benaming voor een afgebakend wijngebied waar de producenten en hun wijnen aan striktere kwaliteitseisen moeten voldoen dan bij de ‘gewone’ DO. De wijnen worden streng gecontroleerd.


DOCG

Afkorting voor Denominazione di Origine Controllata e Garantita. Italiaanse benaming voor een afgebakend wijngebied waar de producenten en hun wijnen aan strengere kwaliteitseisen moeten voldoen dan bij de ‘gewone’ DOC.


Dosage

Wijn of mix van wijn en suiker die aan traditioneel gemaakte mousserende wijnen wordt toegevoegd voor de kurk op de fles gaat. Bij het verwijderen van de gistprop uit de flessenhals (zie dégorgement) gaat altijd een beetje wijn verloren. Dat wordt aangevuld met de dosage. De dosage bepaalt ook hoe droog of zoet de wijn smaakt: hoe meer suiker de dosage bevat, hoe zoeter de wijn.


Doux

Franse term voor zoete wijn die 50 gram of meer restsuiker per liter bevat.


Droog

Nederlandse term voor droge wijn, die maximaal 4 tot 9 gram restsuiker per liter mag bevatten (de precieze hoeveelheid hangt af van het zuurgehalte van de wijn). De Engelse term is dry; de Franse term is sec; de Duitse term is trocken.


Druifluis

Schadelijk insect (Latijnse naam: Phylloxera vastatrix) dat ongeveer halverwege de negentiende eeuw vanuit Noord-Amerika in Europa belandde en daar ongekend grote schade aanrichtte in de wijngaarden. De luis was (en is) met name dol op de wortels van druivenstokken van de in Europa gangbare soort Vitis vinifera, terwijl Amerikaanse druivensoorten resistent zijn. De oplossing werd uiteindelijk gevonden door Europese druivenrassen – die een betere kwaliteit wijn opleveren – te enten op Amerikaanse wortelstokken.


Druivenras

Druiven zijn de vruchten van de druivenplant of wijnstok.


Druivensoort

Druiven horen tot een bepaald druivenras en de wijnstokken waaraan ze groeien, horen op hun beurt tot een bepaalde soort.


E

Eiken(hout)

Vaten om wijn te op te slaan en/of te laten rijpen, zijn meestal gemaakt van eikenhout. Traditioneel wordt eikenhout uit Frankrijk het hoogst gewaardeerd. Eiken uit Amerika is echter ook populair; het geeft de wijn vaak een smaak van vanille en kokos mee.


Einzellage

Duitse term voor een afzonderlijke wijngaard. De naam van zo’n wijngaard mag vanaf een bepaald kwaliteitsniveau (Qualitätswein) op de fles vermeld worden, meestal voorafgegaan door de dorpsnaam.


Eiswein

Duitse zoete wijn die gemaakt wordt van aan de wijnstok bevroren druiven.


En primeur

Term uit de Franse wijnhandel, die verwijst naar wijnen die worden verkocht nog voor ze klaar en gebotteld zijn. In de praktijk bedoelt men er vooral de grote en zeer dure Bordeauxwijnen mee die jaarlijks in de voorverkoop aangeboden worden terwijl ze nog heel jong zijn.


Enten

Een heel oude techniek waarmee planten vermeerderd en veredeld worden. Een stekje van de ene plant (de ent) wordt bevestigd aan een andere plant. In de wijnwereld gaat het vooral om het enten van de ene druivensoort op de andere (zie druifluis).


Etiket

Behalve dat de wijnproducent zijn creativiteit kan uitleven op het etiket, moet het ook voldoen aan bepaalde wettelijke eisen. In Europa moet er in elk geval op staan: de classificatie van de wijn, het land van herkomst, naam en adres van de producent of bottelaar, de inhoud, het alcoholgehalte en of de wijn sulfiet bevat.


Extra brut

Smaakcategorie voor droge mousserende wijnen met 0 tot 6 gram restsuiker per liter.


Extra sec

Smaakcategorie voor droge mousserende wijnen met 12 tot 17 gram restsuiker per liter. Wordt ook wel extra dry genoemd.


Extractie

Extractie betekent dat er tijdens het wijnmaakproces kleurstoffen, aromastoffen en tannine aan de druiven onttrokken worden.


F

Fenolen

Een groep aromatische chemische verbindingen die, in het geval van wijn, vooral afkomstig zijn van de druivenschil en daarnaast van de pitjes en steeltjes. Ze omvatten kleurstoffen, tannine en diverse smaakstoffen.


Fermentatie

Ander woord voor vergisting, het proces waarbij gisten de suikers in het druivensap omzetten in alcohol, met als bijproducten koolzuurgas en warmte.


Field blend

Verschillende druivenrassen die door elkaar heen zijn aangeplant in een wijngaard.


Filmend mondgevoel

Mondgevoel dat sommige wijnen opleveren, waarbij het lijkt of ze een laagje (Engels: film) op de tong achterlaten. Het speeksel voelt dikker aan. Vaak zijn het zoete wijnen die een filmend mondgevoel geven.


Filteren

Wijn wordt meestal gefilterd voor hij gebotteld wordt, om de vaste bestanddeeltjes die er na de vergisting in rond zweven te verwijderen.


Flor

Een verzameling gisten die vrijwel alleen voorkomt in Jerez, het gebied in Zuid-Spanje waar sherry gemaakt wordt.


Foeder

Groot houten rijpingsvat met een inhoud van 1000 liter of meer. Het hout van een dergelijk groot vat heeft geen invloed op de smaak van de wijn.


Fouten in wijn

Tijdens de druiventeelt, de oogst en het wijn maken kunnen er dingen misgaan, waardoor fouten in de uiteindelijke wijn ontstaan.


Frizzante

Italiaanse mousserende wijn met een lichte bubbel. Frizzante ondergaat een kortere tweede vergisting dan spumante, waarbij de druk lager blijft en zich minder belletjes vormen. (Zie ook prosecco)


Fruitvliegje

Het Aziatische fruitvliegje (Drosophila suzukii) wordt een steeds grotere plaag in wijngaarden in Europa en de VS. Het insectje doorboort de schil van rijpende druiven en laat er bacteriën in achter waardoor het sap van de druif zuur wordt.


G

Garrafeira

Portugese term met verschillende betekenissen: een (privé)wijnkelder; een madera uit één oogstjaar die minimaal twintig jaar op vat is gerijpt plus twee jaar op fles; of een wijn uit een uitzonderlijk goed jaar – meestal een blend uit verschillende streken – die langer dan gebruikelijk gerijpt is en een iets hoger alcoholpercentage heeft. Garrafeira in die laatste zin is vrij zeldzaam geworden.


Geleidingswijzen

Verschillende methoden om druivenstokken te snoeien en op te binden; vaak streek- en traditiegebonden.


Geur

De geur van een wijn kan eenduidig of heel complex zijn. Hij verraadt vaak veel over de kwaliteit van een wijn. Ook de meeste wijnfouten zijn aan de geur te herkennen. Een ander woord voor geur is aroma.


Gist

Gisten zijn micro-organismen – eencellige schimmels – die overal in de natuur voorkomen.


Gistautolyse

Proces waarbij gisten zichzelf verteren; de enzymen van het organisme vernietigen de eigen cel. Dit proces vindt met name plaats in mousserende wijnen die na de tweede vergisting op fles (zie champagne) langere tijd rijpen. Door autolyse ontstaan onder andere complexe geuren en smaken van biscuit en brood.


Gobelet

Geleidingsvorm van wijnstokken waarbij de plant in de vorm van een losstaand struikje gesnoeid wordt; die vorm doet denken aan die van een beker op een voet.


Gran reserva

Spaanse term voor wijnen uit een bijzonder goed jaar, die een langere periode van rijping ondergaan dan ‘gewone’ wijnen en reserva’s.


Grand cru

Letterlijk: ‘groot gewas’. Term waarmee de kwaliteit van Franse wijngaarden of wijndomeinen wordt aangeduid.


Grand cru classé

Het Bordeauxgebied Saint-Emilion is niet opgenomen in de beroemde classificatie van 1855 (die voor de Médoc en Graves geldt) en heeft, naast de AOC, een eigen systeem. Dat bestaat uit drie klassen: premier grand cru classé A, premier grand cru classé B en grand cru classé. Befaamde voorbeelden van een premier grand cru classé A zijn Ausone en Cheval Blanc.


Grand vin

De belangrijkste, ‘eerste’ wijn van een château in de Bordeaux, waar men als het goed is de beste druiven voor gebruikt.


Graniet

Bodemsoort die ontstaan is uit stollingsgesteente dat onder andere mineralen en kwarts bevat. Deze bodemsoort is arm en goed waterdoorlatend.


Groene oogst

Benaming voor het weghalen van onrijpe druiventrossen. Daarmee beperkt de wijnboer de opbrengst van de wijnstokken, wat de kwaliteit ten goede zou komen.


Grosses Gewächs

Term waarmee in Duitsland bepaalde kwaliteitswijngaarden worden aangeduid, te vergelijken met de Franse grand cru. De kwalificatie Grosses Gewächs is niet vastgelegd in de Duitse wijnwetgeving, maar wordt toegekend door de VDP, een vereniging van eigenaren van prestigieuze wijnbedrijven.


Gutswein

Duitse term voor de basiswijn van een wijnbedrijf.


Guyot

Methode om druivenstokken te snoeien en op te binden. (Zie ook geleidingswijzen)


Gyropalette

Machine waarmee flessen champagne zachtjes geschud worden en geleidelijk aan op de kop gezet, zodat het gistbezinksel naar de flessenhals zakt. Daar vormt het een prop die na de rijping verwijderd wordt. (Zie ook champagne en dégorgement)


H

Halfzoet

Wijn die tot 45 gram suiker per liter bevat.


Hele-trosvergisting

Vergistingsmethode voor rode wijn waarbij de druiven niet afzonderlijk geperst en vergist worden, maar waarbij de wijnmaker de hele tros, inclusief steeltjes, gebruikt.


Hoed

De laag druivenschillen en druivenpulp die boven op de gistende wijn drijft.


Houtrijping

Methode om jonge wijn zachter, drinkbaarder en complexer te maken. Hoe kleiner en hoe nieuwer het vat waarin de wijn rijpt, hoe meer smaken het hout aan de wijn afgeeft (zie ook eikenhout).


Hybride

Een druivenras dat is ontstaan door de kruising van druivenplanten van verschillende soorten, dus bijvoorbeeld een wijnstok van de soort Vitis vinifera en een wijnstok van de soort Vitis rupestris. Hybriden worden vaak gekweekt met een specifiek doel, zoals resistentie tegen bepaalde schimmels.


I

IGP

Afkorting voor Indication Géographique Protégée, een Franse kwaliteitscategorie; voorheen was vin de pays. De druiven en de wijn moeten aan bepaalde eisen voldoen om deze kwalificatie te krijgen, waaronder herkomst uit een specifiek gebied.


IGT

Afkorting van Indicazione Geografica Tipica, de Italiaanse kwaliteitscategorie voor landwijn. Sinds veranderingen in de Europese wijnwetgeving in 2008 heet deze categorie eigenlijk Indicazione Geografica Protetta (zie IGP).


Inheems druivenras

Druivenras dat van nature voorkomt in een bepaald land of zelfs bepaalde streek en dus niet uit een ander land ingevoerd is.


Inweking

Fase in het wijnmaakproces waarbij de wijnmaker de druivenschillen en -pitjes nog in de most/jonge wijn laat zitten, zodat ze kleur- en smaakstoffen en tannine aan het sap kunnen afgeven.


Irrigatie

Kunstmatige bewatering van een wijngaard, met name toegepast in erg warme en droge klimaten om de opbrengst te verhogen of de oogst te redden. In Europa verboden, behalve voor jonge wijnstokken.


K

Kabinett

Duitse categorie voor wijnkwaliteit. Onderdeel van de overkoepelende categorie Prädikatsweine (wijnen met predikaat).


Kalksteen

Gesteente dat voornamelijk bestaat uit koolzure kalk en dat ontstaan is uit de overblijfselen van oeroude zeediertjes.


Klaren

Methode om zwevende deeltjes – waaronder restjes van gisten, bacteriën en dergelijke – uit de wijn te verwijderen om hem helder en stabiel te maken. Daarvoor gebruikt de wijnmaker bepaalde stoffen die die deeltjes aan zich binden, bijvoorbeeld eiwit of bentoniet, waarna ze bezinken en gemakkelijker te verwijderen zijn.


Klei

Bodemsoort die een hoog gehalte aan kleimineralen bevat, vaak gemengd met bijvoorbeeld deeltjes koolzure kalk en/of kwarts. Klei staat erom bekend dat het veel water vasthoudt en is dan ook het meest geschikt voor druivenrassen die van ‘natte voeten’ houden, zoals merlot.


Kleurstoffen

Druivenschillen bevatten kleurstoffen (anthocyanen) die rode wijn zijn kleur geven – al bevatten volgens recent onderzoek ook de schillen van witte druiven kleurstoffen, maar dan in mindere mate. Anthocyanen geven zelf kleur aan wijn, maar reageren ook met andere bestanddelen van wijn, wat weer nieuwe pigmentstoffen en dus kleur oplevert.


Klimaat

Gemiddelde gesteldheid van het weer in een bepaalde streek, met name de gemiddelde temperatuur en regenval.


Klonale selectie

Methode voor vermeerdering en veredeling van druivenrassen, waarbij men stekjes neemt van de beste plant uit een wijngaard.


Kloon

Wijnstok of verzameling wijnstokken die is verkregen door klonale selectie. Van veel druivenrassen bestaat een hele reeks klonen, geselecteerd op bepaalde eigenschappen en uitgebreid getest. Ze krijgen vaak een nummer in plaats van een naam.


Koolzuurgas

Ander woord voor koolstofdioxide, een van de producten van de alcoholische vergisting. Daarbij zetten gisten de suikers in het druivensap om in alcohol en koolzuurgas. Wordt dit koolzuurgas vastgehouden in de wijn, dan ontstaan er belletjes.


Korte snoei

De hoofdvormen van het snoeien van wijnstokken zijn de korte en de lange snoei. Bij korte snoei worden de takken waaraan de knoppen zitten flink teruggesnoeid; de wijnboer laat maar twee of drie knoppen zitten. Deze snoeiwijze wordt meestal gecombineerd met de geleidingswijze cordon de royat.


Koude inweking

Methode om kleur-, geur- en smaakstoffen aan druivenschillen en -pitjes te onttrekken, door ze kortere of langere tijd in de most te laten (zie ook inweking).


Kruising

Een nieuw druivenras dat ontstaat door twee druivenrassen (al dan niet van dezelfde druivensoort) met elkaar te kruisen. (Zie ook hybride)


Kurk (als afsluiter)

Cilindervormige stop om wijnflessen mee af te sluiten, gemaakt van de bast van de kurkeik.


Kurk (als wijnfout)

Besmetting van de wijn met TCA, een stof die wijn een muffe kartongeur en -smaak geeft. (Zie fouten in wijn)


L

Lage

Duitse term voor een specifieke wijngaard. Meestal gebruikt in combinaties als Erste Lage, Grosse Lage en dergelijk.


Lange snoei

De hoofdvormen van het snoeien van wijnstokken zijn de korte snoei en de lange snoei. Bij de lange snoei laat de wijnboer een langere tak groeien vanuit de stam of een korte zijarm van de wijnstok. Aan die tak blijven vijf tot vijftien knoppen zitten. Deze snoeiwijze wordt meestal gecombineerd met de geleidingswijze guyot.


Late harvest

Letterlijk: late oogst, dus druiven die later dan gebruikelijk geoogst zijn om zoete wijn te maken. Doordat de druiven zo lang aan de wijnstok blijven hangen – in sommige gevallen tot ze indrogen en verschrompelen – hebben ze meer suikers.


Leisteen

Gesteente met een blauwgrijze kleur en een schilferige structuur, in de loop der tijden ontstaan uit andere gesteenten.


Lie

Franse term voor gistbezinksel.


Lieu dit

Franse term voor bepaalde wijngaarden of wijngaardpercelen, waarvan de grenzen in de loop van de geschiedenis zijn vast komen te liggen.


Liqueur d’expédition

Andere term voor dosage; het beetje wijn met (meestal) suiker dat aan champagne wordt toegevoegd na verwijdering van het gistbezinksel en voor de kurk op de fles gaat. (Zie ook dégorgement)


Liqueur de tirage

Franse term voor het mengsel van gist en suiker dat bij de productie van champagne aan de stille basiswijn wordt toegevoegd, zodat de wijn opnieuw gaat gisten en er belletjes ontstaan.


Liquoreux

Franse term voor zeer zoete en edelzoete wijnen. Die laatste worden gemaakt van door botrytis aangetaste druiven.


Löss

Leemsoort met vaak gelige kleur, die bestaat uit een voor de landbouw vruchtbaar, zeer fijnkorrelig mengsel van kwarts, silicaten en klei. In Nederland vooral te vinden in Limburg; komt daarnaast onder andere voor in wijnstreken in Oostenrijk, zoals het Weinviertel.


M

Macération carbonique

Franse term voor wijnmaakmethode voor rode wijn, vooral bekend uit de Beaujolais.


Macération préfermentaire

Franse term voor het inweken van de druiven voorafgaand aan de vergisting. (Zie inweking)


Malolactische omzetting

Proces in jonge wijn dat tijdens of na de alcoholische vergisting plaatsvindt. Meestal (maar ten onrechte) aangeduid als malolactische vergisting en vaak afgekort als mlf of malo. Melkzuurbacteriën zetten scherp smakend appelzuur om in het zachtere melkzuur.


Meeldauw (vals en echt)

Meeldauw is een schimmelziekte die bij bepaalde weersomstandigheden – vooral bij koel, vochtig weer – de bladeren van de wijnstok aantast. Er zijn twee soorten. Bij valse meeldauw zit de schimmel aan de onderkant van de bladeren, bij echte meeldauw (Oidium) ligt hij als een soort wit poeder boven op de bladeren.


Melkzuur

melkzuur is een bijproduct van de alcoholische vergisting en is dus in elke wijn aanwezig, naast appelzuur en wijnsteenzuur. Melkzuur heeft van deze zuren de mildste smaak en komt in een relatief lage concentratie voor in wijn. (Zie ook malolactische omzetting)


Méthode traditionnelle

Franse term voor de traditionele methode voor het maken van mousserende wijn. Die houdt in dat de basiswijn een tweede vergisting op fles ondergaat, waarbij het koolzuurgas (dat de belletjes veroorzaakt en dat bij elke vergisting ontstaat) in de wijn ‘gevangen’ wordt. (Zie champagne)


Micro-oxidatie

Wijnmaaktechniek die begin jaren negentig in Frankrijk werd uitgevonden, waarbij heel kleine hoeveelheden zuurstof in de wijn gebracht worden. Dat gebeurt op momenten dat de wijn beter wordt van wat extra zuurstof, onder andere tijdens de vergisting en de rijping. Met de techniek van micro-oxidatie heeft de wijnmaker precies in de hand hoeveel zuurstof hij of zij op welk moment aan de wijn toedient en hoe lang. Over de effecten en het gebruik van deze methode heerst discussie.


Microbullage

Franse term voor micro-oxidatie.


Microklimaat

Het klimaat van een afgebakend en heel klein gebiedje van maximaal een paar meter, bijvoorbeeld rond een groep wijnstokken of tussen twee rijen wijnstokken.


Millésime

Franse term voor (met name) een champagne die gemaakt is van wijnen uit een specifiek oogstjaar en dus niet, zoals meestal, een blend uit meerdere oogstjaren is. De Engelse term is vintage.


Moelleux

Franse term voor halfzoete wijn, die tot 45 gram restsuiker per liter mag bevatten.


Mondgevoel

Met ‘mondgevoel’ wordt het gewicht, de volheid, van de wijn in de mond aangeduid. De Engelse term ervoor is body, de Franse term corps. De alcohol in de wijn levert een belangrijke bijdrage aan de volheid van een wijn.


Monocépage

Cépage is het Franse woord voor druivenras, en een monocépage is een wijn die (grotendeels) van één druivenras gemaakt is.


Most

Most is het mengsel van druivensap, druivenpulp, druivenschilletjes, steeltjes en pitjes dat het tussenstadium vormt tussen druiven en wijn. Zodra de druiven kapot zijn gegaan, heb je most, en pas als de vergisting voltooid is, heb je wijn.


Mostgewicht

Maat voor het soortelijk gewicht van de most, dat bepaald wordt aan de hand van de concentratie van opgeloste vaste stoffen in de most. In de praktijk is dat vooral het suikergehalte van de most, aangezien de vaste stoffen in druiven voor 90% uit suiker bestaan. Hoe meer suiker, hoe hoger het mostgewicht en hoe hoger het potentiële alcoholgehalte van de wijn.


Mostverrijking

Het verbeteren van de most door toevoeging van suiker (zie chaptaliseren) of door een deel van het vocht weg te laten lopen, waardoor de overgebleven most geconcentreerder is.


Mousserende wijn

Sprankelende wijn, die dankzij een tweede vergisting belletjes (mousse) bevat. Als aan wijn die al klaar is wat suiker en gist toegevoegd wordt, gaat hij opnieuw gisten. Daarbij ontstaat koolzuurgas. Als dat niet kan ontsnappen, zorgt dat voor kleine gasbelletjes in de wijn.


N

Nieuwe Wereld

De wijnwereld wordt verdeeld in de Oude Wereld – de oude Europese wijnlanden – en de Nieuwe Wereld, de (vaak jongere) wijnlanden op continenten die vanaf de vijftiende eeuw door Europeanen werden ‘ontdekt’: Zuid-Afrika, Australië, Nieuw-Zeeland, Noord- en Zuid-Amerika.


O

Oenoloog

Iemand die oenologie gestudeerd heeft: de wetenschap van de wijnbouw en het wijn maken.


Ontbladeren

Het verwijderen van bladeren aan de wijnstok, om de plant te stimuleren meer energie in de druiven te steken en minder in bladvorming, of om bijvoorbeeld de ventilatie rond de plant te verbeteren, zodat er minder snel schimmels en rot kunnen ontstaan.


Ontstelen

Het verwijderen van de steeltjes – die veel tannine bevatten – van de druiven voorafgaand aan het persen. Voor witte wijn worden de druiven eigenlijk altijd ontsteeld, voor rode wijn laten wijnmakers soms (een deel van) de steeltjes zitten.


Oogst

De druivenopbrengst van een wijngaard, een wijngebied of een wijnland.


Oogstjaar

Het jaar waarin de druiven voor een bepaalde wijn geoogst zijn. De weersomstandigheden gedurende dat jaar hebben invloed op de kwaliteit van de druiven en dus ook van de wijn.


Ortswein

Duitse term voor een ‘dorpswijn’ die een treetje hoger op de kwaliteitsladder staat dan de basiswijn, de Gutswein.


Oude wijnstokken

Het is niet wettelijk vastgelegd, maar vanaf vijftig jaar worden wijnstokken meestal oud genoemd.


Oversteken

Een procedure waarbij wijn uit een vat of tank wordt geheveld met achterlating van het bezinksel, zodat er heldere wijn overblijft.


Oxidatie

Als de most en later de wijn in aanraking komt met zuurstof, kan er oxidatie optreden.


Oxidatief aroma

Een meestal negatief bedoelde proefterm, die aangeeft dat een wijn (onbedoeld) geoxideerd is en bijvoorbeeld naar overrijpe appels ruikt en een vlakke of zure smaak heeft.


P